Hakim Ziyech is één van de weinige spelers die zegt wat hij denkt in interviews. In gesprek met het Algemeen Dagblad spreekt de Ajacied over zijn eerlijkheid, over Nouri en over de fluitconcerten van een aantal Ajax fans dit seizoen.
Ziyech legt uit waarom hij altijd zegt wat hij denkt tijdens interviews: “Ik houd gewoon niet van die poppenkast. Dat ik daar geen vrienden mee maak, dat is dan maar zo. Mensen willen ideale schoonzoontjes, hè. Dat ben ik niet. Liever eerlijk en gehaat, dan achterbaks en geliefd.’’
Veel spelers vinden het belangrijk wat de menigte van ze vindt. Bij Ziyech speelt dat allemaal niet. Hij legt uit hoe dat komt: “Mijn vader overleed toen ik tien jaar was. Het ergste dat je als kind kunt meemaken. Daarna heb ik met mijn moeder en broers geknokt om te overleven. Uiteindelijk heb ik mijn dromen en doelen bereikt door profvoetballer te worden. Dan maken ze je daarna niet veel meer”, aldus Ziyech.
Desondanks is Ziyech door het overgrote deel van de supporters uitgeroepen tot Ajacied van het jaar: “Maar het negatieve blijft hangen. De minderheid verpest het toch. Ik vind het mooi dat de meerderheid het voor me opnam, maar ik dacht ook wel: waarom nu pas? In een jaar dat je als team geen prijzen wint, heeft een individuele prijs ook minder glans trouwens. Al ben ik er wel trots op, hoor.’’
Hakim Ziyech heeft net als heel Ajax een lastig begin van het seizoen achter de rug. Teamgenoot Abdelhak Nouri liep door hartfalen ernstige hersenschade op. Tot op heden zit hij dichtbij het leven van Ziyech: “Ik ga bij hem langs in het ziekenhuis. Als ik kan gaan, ga ik. Als ik bij Appie aan het bed sta, gaat er van alles door mijn hoofd. Ik praat niet tegen hem, maar ik haal in mezelf wel alle mooie herinneringen naar boven. Een jaar lang zijn we heel close geweest. We sliepen tijdens de reizen altijd bij elkaar op de kamer. We hebben de grootste lol gehad samen. Dan maakten we filmpjes als we de slappe lach hadden. Ik heb nog veel beelden van Appie en ik op mijn telefoon. Dat zijn beelden die ik koester en die ik op een apart schijfje heb gezet zodat ik ze altijd bij me kan hebben.’’
Vanaf dag één dat Hakim bij Ajax binnenkwam, voelde de Marokkaanse international direct een klik met Abdelhak Nouri: “Dat voel je direct. Wij hebben een klik, bingo. Hij zag mij ook wel als een voorbeeld. Ik praatte veel met hem over het voetbal. Samen met Frenkie de Jong en Donny van de Beek speelde hij bij Jong Ajax de pannen van het dak. Hij wilde zó graag in Ajax 1 spelen. Daarover hebben we uren gepraat. Dan zei ik dat hij rustig moest blijven en dat het moment vanzelf zou komen. Elke minuut die hij in Ajax 1 speelde, ging hij er volledig voor. In Oostenrijk wilde hij ook zo graag. Hij had wat last van zijn enkel toen, maar wilde zo graag spelen. Dat is Appie, die enorme drive om te voetballen. En toen lag hij opeens in die helikopter. Toen ik terugkwam in het hotel zag ik zijn spullen op de kamer liggen. Dat was zo moeilijk. Eenmaal terug in Nederland kropen de dagen voorbij. We werden gek van de onzekerheid. En dan het slechte nieuws”.